26705 |
uitgeveende grond |
uitgeturfde wei:
uitgeturfde wei (K353p Tessenderlo)
|
Grond of plek waaruit het veen is weggehaald. [N 27, 18c]
II-4
|
17854 |
uitglijden |
uitschampen:
ətšxampə (K353p Tessenderlo),
uitschuiven:
ətsxoͅwəvə (K353p Tessenderlo)
|
uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
32967 |
uitkomen |
uitkomen:
ø̜tkōmǝ (K353p Tessenderlo)
|
Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17]
I-4
|
28481 |
uitkomen van het broed |
uitkomen:
ø̜tkǫmǝn (K353p Tessenderlo)
|
Het uit de cellen komen van het rijpe broed. Als het broed rijp is, breekt het uit het stadium van pop. De bij wordt geboren als werkbij, koningin of dar. De werkbij komt na 21 dagen, de koningin na 15 à 16 dagen en de dar na 24 dagen te voorschijn. Soms kan er een kleine speling zijn in deze aantallen. De werkbij knaagt bij stukjes en beetjes het celdekseltje weg, de dar scheurt het zegel met de kaken geheel af en de koninginnepop stoot met één kopbeweging de cel, die eerst is rondgesneden, open. [N 63, 23c; Ge 37, 47]
II-6
|
21391 |
uitleggen |
uitlengen:
øtlęŋǝ (K353p Tessenderlo)
|
Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW]
II-7
|
22773 |
uitmaken wie mag beginnen |
eerst-op doen:
we gən est eupdoen (K353p Tessenderlo),
kiezen:
we zulle èst kieze (K353p Tessenderlo)
|
Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
18311 |
uitneembaar frontje |
gimp:
(gimpe) [sic]
žeͅp (K353p Tessenderlo)
|
frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21452 |
uitnodigen |
uitnodigen:
uitnodigen (K353p Tessenderlo)
|
uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21588 |
uitnodigen voor een begrafenis |
lijkbidden:
lijkbidden (K353p Tessenderlo)
|
uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21445 |
uitschelden |
uitmaken:
imqnd etmaoken (K353p Tessenderlo),
uitschijten:
gemeen
imaand etschijten (K353p Tessenderlo)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|