18074 |
verkouden |
(het heeft de) streng:
strɛŋ (K353p Tessenderlo),
(het heeft de) strengel:
strɛŋǝl (K353p Tessenderlo),
verkoud:
k zen verkeeëft (K353p Tessenderlo)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
I-9, III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ik heb een valling (K353p Tessenderlo),
kou:
ge zult ne keeëf pakken (K353p Tessenderlo)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
30376 |
verlaagd plafond |
vals plafond:
vāls pláfon (K353p Tessenderlo)
|
Loze zoldering die wordt aangebracht om de hoogte van een vertrek te verminderen. [N 54, 148]
II-9
|
31283 |
verlengstuk |
verlengstuk:
vǝrlęŋstøk (K353p Tessenderlo)
|
Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309]
II-11
|
19888 |
verlichting |
illuminatie:
ilyminoͅti (K353p Tessenderlo)
|
illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
ik verlīs (K353p Tessenderlo),
verlieze(n) (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
Verliezen. [Willems (1885)] || wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-1, III-3-2
|
34165 |
verlopen |
niet vol zijn:
(de koe is) ni vǫl (K353p Tessenderlo)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
31799 |
verlopen van de zaag |
lopen:
luwǝpǝ (K353p Tessenderlo)
|
Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b]
II-12
|
26594 |
vermalen |
vermalen:
vǝrmǭlǝ (K353p Tessenderlo)
|
Meel verliezen tijdens het maalproces. [N O, 36i]
II-3
|
25098 |
vernielen |
verdestrueren:
ps. of toch omspellen volgens Frings: [v\\rdstr\\‰rn]? ps. de n staat wat hoger geschreven.
vərdästrəērn (K353p Tessenderlo)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|