30605 |
vernis |
vernis:
vǝrnes (K353p Tessenderlo)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|
30706 |
vernissen |
vernissen:
vǝrnesǝ (K353p Tessenderlo)
|
Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.]
II-9
|
20644 |
verschalen |
verschalen:
vərsxəln (K353p Tessenderlo)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vɛsǝ kui̯ (K353p Tessenderlo)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
kardinaal:
kardinaal (K353p Tessenderlo),
kardinaal (<fr.):
kardinaal (K353p Tessenderlo)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
versieren:
versiere(n) (K353p Tessenderlo)
|
Versieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
18242 |
versiersel |
opmaak:
opmaak (K353p Tessenderlo)
|
Versiersel. Voorwerpen die tot versiering dienen [sier(sel), smeer, (op)smuk, opmaak, opschik, tooi] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
versleten (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo)
|
Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
25828 |
versnijden |
verspringen:
vǝrspreŋǝ (K353p Tessenderlo)
|
Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a]
II-9
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
wēͅshēͅtstant (K353p Tessenderlo),
wijsheidstand (K353p Tessenderlo),
wijsheidtand:
weͅsheͅtand (K353p Tessenderlo)
|
verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)] || Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)]
III-1-1
|