34280 |
voer |
voeder:
fui̯ǝr (K353p Tessenderlo)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
24267 |
voeren |
voeren:
vø̜jǝrǝ (K353p Tessenderlo)
|
Het aanbrengen van voering. [N 62, 18b; Gi 1.IV, 28; MW]
II-7
|
33354 |
voergang in een dubbele stal |
voedergang:
[voedergang] (K353p Tessenderlo)
|
In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b]
I-6
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vø̜jǝreŋ (K353p Tessenderlo)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
28326 |
voerman |
voerman:
vurman (K353p Tessenderlo)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
33054 |
voerman op de maaimachine |
afstoter:
afstuǝtǝr (K353p Tessenderlo)
|
De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.]
I-4
|
17777 |
voet |
voet:
vūt (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
vūt (K353p Tessenderlo)
|
Het voetstuk dat onder aan de mand wordt gevlochten om beschadiging van de mand te voorkomen. Een versleten voet kan worden vervangen. [N 40, 59; N 40, 60; N 40, 68] || voet [ZND 08 (1925)], [ZND m]
II-12, III-1-1
|
19486 |
voetbankje |
bankje:
baŋkskən (K353p Tessenderlo)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19812 |
voetenbankje |
voetbankje:
vūtbeͅŋskə (K353p Tessenderlo)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23604 |
voetgebeden |
schuldbelijdenis:
schuldbeléédenis (K353p Tessenderlo)
|
De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|