e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wig cale: kál (Tessenderlo) Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] II-9
wigvormig sluithout melger: męlǝgǝr (Tessenderlo) Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46] I-6
wijdbeens lopen breed spoor lopen: brijət spōͅuwər luwəpə (Tessenderlo), met de benen wijd uiteen lopen: me bijənə woͅt ətijən goͅn (Tessenderlo) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen caban (fr.): coban (Tessenderlo) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijn wijn: wéén (Tessenderlo) wijn [RND] III-2-3
wijnazijn wijnazijn: wɛnazɛ̄n (Tessenderlo) wijnazijn [ZND 08 (1925)] III-2-3
wijsvinger wijsvinger: wēͅsveŋər (Tessenderlo), weͅsveŋər (Tessenderlo) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wijwater wijwater: wééwaoter (Tessenderlo, ... ) Wijwater [wïjewaater, wiejwasser, fintwaater]. [N 96B (1989)] || Wijwater, gewijd water [weej-,wij-,wiejwaater, wiewasser, heilig water, vontwater?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwaterbakje wijwatervaatje: wijwatervatje (Tessenderlo), wééwaotervatje (Tessenderlo) Een wijwatersbakje, thuis op de slaapkamer [wïjewatersbekske, wiejwassesjpötje, fintwaterbekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwateremmer wijwatervat: wééwaotervat (Tessenderlo) Het wijwatervat, de wijwateremmer. [N 96B (1989)] III-3-3