23625 |
collecteren |
met de schaal rondgaan:
roontgaon mee de schaol (K353p Tessenderlo)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
mandje:
manneke (K353p Tessenderlo)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23640 |
communie |
communie (<lat.):
kommunnie (K353p Tessenderlo)
|
De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23418 |
communiebank |
communiebank:
koͅmønəbāŋk (K353p Tessenderlo)
|
De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23419 |
communiekleed |
communiekleed:
koͅmønəklijət (K353p Tessenderlo)
|
Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
koͅmpəni‧ (K353p Tessenderlo)
|
compagnie [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
32598 |
compost |
kort mest:
kø̜t [mest] (K353p Tessenderlo),
straatmest:
straatmest (K353p Tessenderlo)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
koonferensie (K353p Tessenderlo)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
konkrəgosi: (K353p Tessenderlo)
|
Congregatie. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
kensehraossie (K353p Tessenderlo)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|