e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

Gevonden: 5328
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderx donder: donder (Tessenderlo, ... ), dondər (Tessenderlo, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: donker (Tessenderlo) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe vaal (bijvgl. nmw.): vāl (Tessenderlo) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: duvelshaoër (Tessenderlo) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld naar het pierenland: znd 23, 022b;  noa ’t piereland (Tessenderlo) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dood (Tessenderlo), dôêt (Tessenderlo) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dooëd (Tessenderlo), dôêt (Tessenderlo) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodkist: znd 33, 38;  dôetkist (Tessenderlo), doodskist: znd 33, 38;  deudskist (Tessenderlo), deutskist (Tessenderlo), dôetskist (Tessenderlo) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodmalen doodmalen: duwǝtmǭlǝ (Tessenderlo) Het meel te fijn malen. [N O, 36e] II-3
doodskist doodkist: znd 33, 38;  dôetkist (Tessenderlo), doodskist: znd 33, 38;  deudskist (Tessenderlo), deutskist (Tessenderlo), dôetskist (Tessenderlo), kist: kist (Tessenderlo) Doodkist. [ZND 33 (1940)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3