e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

Gevonden: 5328
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopsprei spreitje: spraikə (Tessenderlo) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: doeëpfont (Tessenderlo), du.əpfoͅnt (Tessenderlo), duwəpfōnt (Tessenderlo, ... ) doopvont [RND] || Doopvont. [ZND 01 (1922)] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater doopwater: duwəpwōͅtər (Tessenderlo) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door water het lopen met schoeisel aan dabberen: dabərə (Tessenderlo), klauwen: klāvə (Tessenderlo) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort blauwe schommelaar: blaave schŏĕmeleir (Tessenderlo), blauwe schoot: blavə sXuwət (Tessenderlo) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkendaagskleedsel: ’s werkendagskleedsel (Tessenderlo) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis weekmis: weekmis (Tessenderlo) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doordraaiende scharnier scharnier voor cowboydeur: sxárnīr vør købǫjdø̜jǝr (Tessenderlo) Scharnier voor deuren die naar beide zijden opendraaien. 'Bommer' in het woordtype 'bommerscharnier' is een merknaam. [N 54, 89; N 55, 33a] II-9
doorharden hard: hɛt (Tessenderlo) Gezegd van een verflaag die het drogingsproces van vloeibaar naar vast ondergaat. [N 67, 74d] II-9
doormalen doormalen: dørmǭlǝ (Tessenderlo) Alles wat er te malen is, afmalen. [N O, 36f] II-3