e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnendeur tussen woonhuis en stal staldeur: [stal]dø̞̄r (Teuven) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen ronde muts: roͅn møtš (Teuven) mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3
binnenzak binnentas: beͅnətēͅš (Teuven) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop cinema: Karte 240.  cinema (Teuven) (Ich gehe ins) Kino. III-3-2
bivakmuts winterkalot (<fr.): wēntərkaloͅt (Teuven), wintermuts: wēntərmøtš (Teuven) bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)] III-1-3
blad van de aanaardhandploeg schaar: šār (Teuven) Het werkende deel van de aanaardhandploeg. [N 18, 46a; monogr.] I-5
blad van het strosnijmes zeissel: sęsǝl (Teuven) Het metalen deel van het strosnijmes. Vergelijk ook de lemma''s ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en ''blad van de zicht'' (4.3.7) in deze aflevering. Zie voor het verschijnsel dat de naam van de gereedschap als geheel ook wordt gebruikt voor het werkend deel ervan, ook het lemma ''vlegelknuppel, slaghout'' (6.1.10) in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103a] I-4
blad, bladeren van een plant blad: blat (Teuven), blader: bl˙ār/bl˙ē̜r (Teuven) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
blaten bleten: blē̜tǝ (Teuven) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes wolber: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  wolbər (Teuven) bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3