e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de tafel dekken dekken: dekə (Teuven) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de was bleken bleken: bleèken (Teuven) de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)] III-2-1
de zeug naar de beer brengen laten dekken: lǭtǝ dękǝ (Teuven) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
deeg deeg: deeg (Teuven) zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)] III-2-3
dekbare vaars rindje: rɛnšǝ (Teuven) Vrouwelijk kalf dat de eerste tochtigheidsverschijnselen vertoont. [N 3A, 21] I-11
deksel deksel: deksel (Teuven), deksəl (Teuven) deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1
desemen desemen: dɛ̄səmə (Teuven) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
deuk in een hoed bluts: bløtš (Teuven) deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3
deurtje in een poortvleugel deurtje: dø̜rǝkǝ (Teuven), valdeurtje: vāldø̜rǝkǝ (Teuven) Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d] I-6
diarree aan de schijt zijn: an dǝr šīt sii̯ǝ (Teuven) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] I-11