e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druilerig en koud weer monketig (weer): monkətəx wēͅr (Teuven), vochtig (weer): voͅxtəx wēͅr (Teuven), vøxtix (Teuven) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || huiverig, koud, guur weer [grellig, zoer, locht, schrauw] [N 22 (1963)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
dubbele toegangspoort van een gesloten erf poort: [poort] (Teuven) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
dubbeltje dubbeltje: ps. omgespeld volgens Frings.  ə døbəltjə (Teuven) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duimeling duimeling: døͅmərleͅŋ (Teuven) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
dunne melk met weinig vetgehalte: met wɛnǝx ˲fɛt˲xǝhaltǝ (Teuven) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal dunne sjaal: dønə šāl (Teuven), dunne sjerp: døn šeͅrəp (Teuven) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne wollen kous dunne wollen hoos: døͅn wøͅlə hōͅzə (Teuven) kousen, dunne (wollen) ~ [slekke kousen] [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous dunne zijden hoos: døͅn zejə hōͅzə (Teuven) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous dunne zwarte hoos: døͅn žwatə hōͅzə (Teuven), treurhoos: trūr hōͅzə (Teuven) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
duwer van de aanaardhandploeg handvat: hant˲vat (Teuven) Zie de toelichting bij het lemma Aanaardhandploeg. [N 18, 46c] I-5