| 32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
balk:
balǝk (Q209p Teuven)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
| 33217 |
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel |
steengaffel:
štęŋgafǝl (Q209p Teuven)
|
[N 18, 24]
I-5
|
| 24436 |
eekhoorn |
eekjantje:
ook ZND 02, 008
ekkjenche (Q209p Teuven)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
| 34541 |
een ei afpellen |
schillen:
šølǝ (Q209p Teuven)
|
Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b]
I-12
|
| 34534 |
een ei schouwen |
doorluchten:
dø̜rlȳi̯ǝtǝ (Q209p Teuven)
|
Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56]
I-12
|
| 18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
ə pār šōn (Q209p Teuven)
|
schoenen, paar ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18337 |
een paar sokken |
een paar sokken:
ə pār zøͅkə (Q209p Teuven)
|
kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 21656 |
een prijs vragen |
vragen (voor):
ps. omgespeld volgens Frings.
wat frostədovəjər (Q209p Teuven)
|
aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 18077 |
een verkoudheid hebben |
een kou hebben:
ich hau een kaou op in boasj (Q209p Teuven)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
| 34495 |
een zandbad nemen |
zich in gen stub schudden:
zǝx e gǝnǝ štøp šødǝ (Q209p Teuven)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|