e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
marmer marber: marber beeld (Teuven), marmer: marmər (Teuven) marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4
marmeren beeld beeld: marber beeld (Teuven) Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)] III-3-2
mathaak zichtehaak: ziǝtǝhǭk (Teuven) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
meelschepje meelschup: mɛ̄lšø̜p (Teuven) Een houten vat voorzien van een steel dat diende om droog meel te scheppen. Vergelijk de lemma''s ''graanschop, schepschop'' (6.3.13) en ''graanschep'' (6.3.15). [N 18, 9b] I-4
meer melk gaan geven de melk laten schieten: (de koe) lętǝ mɛlǝk šii̯ǝtǝ (Teuven) [N 3A, 68] I-11
meisjespantalon met kanten pijpen broek met kant aan: brōk met kānt ā (Teuven) meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)] III-1-3
mekkeren bleten: blē̜tǝ (Teuven) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melkaders melkaderen: męlǝkǭrǝ (Teuven) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkgift van de zeug melk: męlǝk (Teuven) [N 19, 20] I-12
melkkannetje melkspot: meͅlkspoͅt (Teuven) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1