e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bewolking wolken: də woͅkə (Teuven) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bezem bezem: bēͅzəm (Teuven, ... ) bezem [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
bezoeken bezoeken: bezeuken (Teuven) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen beven: bèven (Teuven), bibberen: schoeter = een korte koude rilling over het ganse lijf.  bibberen (Teuven) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: doe mos deg bènen in gène kerk (Teuven) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): ver geuut os biechten (Teuven) We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: ???  bēēnen (Teuven) bieden [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  beer (Teuven) bier [ZND 06 (1924)] III-2-3
bietenmolen karotenmachine: karuǝtǝmašiŋ (Teuven) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5
bietenriek karotengaffel: karuu̯ǝtǝgafǝl (Teuven) Riek om bieten mee te verplaatsen. Doorgaans met minder tanden dan de aardappelriek, maar wel met bolletjes aan de uiteinden van de tanden om de bieten niet te beschadigen. Bij krotengaffel, achter in het lemma, wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het stuk gereedschap 8 tot 10 tanden heeft. Vergelijk ook de toelichtingen bij de lemmaɛs Aardappelriek en Bietenkopper. [N 18, 25a, 25b en 64; JG 1d; A 28, 3; monogr.] I-5