e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif uit het tweede nest van het jaar uit het tweede nest: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  oet ’t twiədje nèst (Thorn) Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen zwarte, een -: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  zwarte (Thorn) Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Thorn) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duiker duiker: duuker (Thorn, ... ) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim duim: doem (Thorn) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duim, maat van 2,5 cm duim: doem (Thorn, ... ) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duimeling duimeling: duumeling (Thorn) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duin zandheuvel: zanjtheuvel (Thorn) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duitse mis duitse zangmis: duitse zangmes (Thorn) Een Duitse mis, door de gelovigen samen gezongen [Duutsje zingmèa?]. [N 96B (1989)] III-3-3
duivekervel koegras: idiosyncr.  koegraas (Thorn) Duivekervel (fumaria officinalis 10 tot 40 cm groot. De stengels groeien rechtop of liggend; de bladeren zijn zeer fijn verdeeld met langwerpige, lijnvormige slippen; de bloemen groeien in losse trosjes, ze zijn lichtroodviolet met bijna zwarte top, ze [N 92 (1982)] III-4-3