24729 |
esdoorn |
es:
ideosyncr.
esj (L374p Thorn),
esdoorn:
WLD
esdoaren (L374p Thorn)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)]
III-4-3
|
28247 |
etage |
etage:
ētāš (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Etage van een liftkooi. Een kooi heeft meestal vier van dergelijke etages. Volgens de invuller uit Q 202 konden op de vier Oranje-Nassaumijnen 15 man per etage en in totaal 60 man per liftkooi worden vervoerd. [N 95, 86; monogr.]
II-5
|
21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
etelage (L374p Thorn),
italaazj (L374p Thorn)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
éétə (L374p Thorn),
ête (L374p Thorn),
êtə (L374p Thorn)
|
eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
henkelmann (d.):
hinkeman (L374p Thorn)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
tafelafval:
taofel aafal (L374p Thorn)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21374 |
etiquette - <stroef persoon> |
lastige mens:
eine lestige mins/vrouw (L374p Thorn)
|
niet gemakkelijk in de omgang, stroef [stoer, stuurs, zuur, strak, straf] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18047 |
etter |
materie:
mĕtērie (L374p Thorn)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (L374p Thorn),
evangeliej (L374p Thorn)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbele trekschei:
dǫbǝl [trekschei] (L374p Thorn)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|