e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

Gevonden: 6288
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
als getuige ten doop komen aan de doop komen: aanne doup kòmme (Thorn) Als getuige ten doop komen [an doof kómme]. [N 96D (1989)] III-3-3
als zoeaaf verkleed jongetje zoeaaf (<fr.): zwaaf (Thorn) Een als zouaaf verkleed jongetje met speelgoedgeweer [zwaaf]. [N 96C (1989)] III-3-3
alsem elst: idiosyncr.  elst (Thorn) Alsem (artimisia). De gehele plant is witviltig behaard; de stengels zijn onderaan houtig; de bladeren zijn zeer diep ingesneden met draaddunne slippen; de bloemen staan in kleine, gesteelde hoofdjes aan meestal overhangende takken, de kleur van de bloeme [N 92 (1982)] III-4-3
altaar altaar (<lat.): altaor (Thorn, ... ) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel schel: sjel (Thorn) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
altaarretabel drieluik: drieloek (Thorn) Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)] III-3-3
alver avel: WLD  aovel (Thorn) Hoe noemt u de alver: een roofkarpertje, 10-18cm lang, de schubben hebben een fraaie zilver- of paarlemoerglans (alver, moertje, nesteling, aveltje, scheiter, bovenzwemmer, win, winde, wind) [N 83 (1981)] III-4-2
alziend oog alziend oog: alzeendj oug (Thorn) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ambtenaar beambte: bǝamtǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.] II-5
ampullen ampullen (<lat.): ampulle (Thorn, ... ) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3