e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsberen drentelen: hae stóng te trentjele (Thorn) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2
ijsheiligen ijsheiligen: iesheilige (Thorn), iësheilige (Thorn) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijspegel ijspegel: iespegels (mv.) (Thorn) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijsvogel ijsvogeltje: iesveugelke (Thorn) ijsvogel (16,5 schitterend blauwgroen boven, steenrood onder; vliegt snel over beek, sloot en langs ven; broedt in gat in steile over; vangt visjes; vrij zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
ijver ijver: iefer (Thorn), vlijtig: vlijtig (Thorn) toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)] III-1-4
ijverig ijverig: ieverig (Thorn, ... ), vlijtig: vlietig (Thorn, ... ), vlijtig (Thorn) met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)] || noest [SGV (1914)] || toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iessel (Thorn) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: gëiesseldj (Thorn), iesĕle (Thorn), iessele (Thorn) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] || ijzelen [SGV (1914)] III-4-4
ijzen griezelen: griezele (Thorn) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzeren eg ijzeren [eg]: īzǝrǝ [eg] (Thorn) De drie- of vierhoekige eg waarvan zowel het geraamte als de tanden van ijzer waren; zie afb. 55 en 56. Waar zulk een eg als onkruideg en/of als zaadeg diende, is vermeld in de betrokken lemmata verderop. De vorm die de ijzeren eg ter plaatse kon hebben, is hieronder voorgesteld door de tekens ‚àÜ en vierkant. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a + 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N 11A, 161; N J, 10; A 13, 16b; monogr.] I-2