32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
gafǝl (L374p Thorn)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
26299 |
ijzerreep |
reep:
rēp (L374p Thorn)
|
Het touw waarmee het staakijzer en het daarbij behorende rondsel uitgelicht kunnen worden. [N O, 16j]
II-3
|
21334 |
illustratie |
beeldje:
beeltje (L374p Thorn),
bēldjə (L374p Thorn)
|
een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18935 |
in alle haast |
gehaast:
gehöstj (L374p Thorn)
|
in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
beslag leggen:
beslāāg légge (L374p Thorn)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
in beweging komen:
in bewèèging kŏŏme (L374p Thorn),
wakker worden:
dao weurt ter wakker (L374p Thorn)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardənēre (L374p Thorn)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
opdoffer geven:
opdoffer (L374p Thorn)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
met de schil gekookt:
mit de sjél gekoaktj (L374p Thorn)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|