e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kievit kievit: keewit (Thorn) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kezel (Thorn) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kiezen uitkiezen: oetkeze (Thorn), uitzoeken: oetzeuke (Thorn) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kijkgat kijkgat: kī̄k˲gāt (Thorn) Elk van de in het gewelf van de kamers van een vlamoven aangebrachte kijkgaten die, door het wegnemen van een deksel, de mogelijkheid bieden in de oven te kijken. In L 270 was het kijkgat tevens luchtgat. Het luchten en brandproef nemen noemde men in L 270: luchten (lø̜xt\). In de ouderwetse handpannenfabrieken in L 270 werd een olielampje met dubbele luchtstroom gebruikt bij het controleren van de pannen in de ovens. Men noemde dit een ɛquinquetɛ - Tegels Dialek, pag. 93.' [monogr.] II-8
kikker kwakkerd: kwakkert (Thorn), kwakərt (Thorn) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkerdril kwakkerdengeut: kwakkertegoit (Thorn), kwakərtəgo.ət (Thorn) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)geut, gegeut: kwakkertegoit (Thorn), kwakərtəgo.ət (Thorn) kikkerrit [DC 09 (1940)], [RND] III-4-2
kikkers gekken: gɛkǝ (Thorn), kwekkerten: kwękǝrtǝ (Thorn) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje koelkop: koelkop (Thorn) kikkervisje [DC 09 (1940)] III-4-2
kin kin: kin (Thorn) kin [DC 01 (1931)] III-1-1