e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorring oorbel: oorbel (Thorn), ôârbel (Thorn) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg fleer om de oren: flèèr om de oare (Thorn), oorveeg: oorvieg (Thorn) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oostindische kers oostindische kers: idiosyncr.  oeəst inidische kees (Thorn, ... ), WLD  Oostindische kers (Thorn) [N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
oot vlughaver: -  vluughaver (Thorn), idiosyncr.  vlökhaver (Thorn) oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] || Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)] III-4-3
oot, wilde haver vlughaver: vlȳghāvǝr (Thorn) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan een bedeweg doen: ene bééjwéég doon (Thorn), op bedevaart gaan: op bedevaart gaon (Thorn, ... ) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] III-3-3
op de dril zetten (1 april) op de dril sturen: op de dril stuure (Thorn) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
op de loop gaan bijzen: bieze (Thorn), ervandoor gaan: der vandoor gaon (Thorn), op de loop gaan: op de luip gaon (Thorn), oppe luip goan (Thorn) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de schouder zitten op de rug zitten: bie vader oppe rök zitte (Thorn) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen op de tenen lopen: oppe tiēēn loupe (Thorn) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2