e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op stelten lopen steltlopen: steltj laope (Thorn), steͅltj loͅupə (Thorn) Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] III-3-2
opbergen opbergen: opbergə (Thorn) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
opbraak opbraak: opbraak (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]), opbrāk (Thorn  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een blinde schacht die in opwaartse richting wordt gedreven. De invuller uit L 417 merkt daarover voor de mijnen in Zwartberg en Waterschei op dat een opbraak en een neerbraak (zie het lemma Neebraak) een "beurkê", d.w.z. een blinde schacht, in opbouw zijn. [N 95, 183; N 95, 78; monogr.; Vwo 206; Vwo 567] II-5
opbrengst opbrengst: de opbringst (Thorn), opbringst (Thorn) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opdoeken een doek om de korf doen: ǝnǝ dōk om de kø̜rf dōn (Thorn) Een doek onder de korf steken. De uiteinden van de doek worden met pinnetjes of oognagels vastgezet aan de korfwand. Hierdoor verhindert men het wegvliegen van de bijen tijdens het reizen. [N 63, 104a; JG 2b-5, add.; monogr.] II-6
opeenschuiven schuiven: sjuuve (Thorn) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
open broed open broei: ǭpǝ brø̄j (Thorn) Broed dat nog niet afgesloten of verzegeld is. De toekomstige bij zit dan nog in het stadium van ei en larf. [N 63, 25a; N 63, 20a; N 63, 22c] II-6
openbare verkoop veiling: veiling (Thorn), verkoop bij opbod: verkoup bie opbod (Thorn) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] III-3-1
openbare weg steenweg: steinwaeg (Thorn), weg: de wéég (Thorn) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
openbreken opbreken: ǫp˱brę̄kǝ (Thorn) De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194] II-3