e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
processievaantjes processievaantjes: persessiejvaenkes (Thorn), vaantjes: vèènkes (Thorn) De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)] III-3-3
produktiegereed bedrijfsklaar: bǝdrīfsklǭr (Thorn  [(Maurits)]   [Eisden]), klaar: klǭr (Thorn  [(Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]) Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198] II-5
proeven proeven: preuve (Thorn, ... ) proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
profeet profeet: profeet (Thorn) Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)] III-3-3
profiteren profiteren: profiteere (Thorn), profitere (Thorn) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4
promotie maken promoveren: promovērǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Emma]) In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003] II-5
pronken optutten: zich optutte (Thorn), pronken: pronke (Thorn), proo.nke (Thorn) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
proosten klinken: klinke (Thorn), proosten: proost (Thorn) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prop prop: prop (Thorn, ... ) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
propolis kit: kit (Thorn), propolis: propolis (Thorn) Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.] II-6