| 17819 |
staan |
staan:
staon (L374p Thorn),
stoan (L374p Thorn)
|
staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 19567 |
staande lamp |
staande lamp:
staendje lamp (L374p Thorn)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 20125 |
staart |
staart:
stert (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
stɛrt (L374p Thorn, ...
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L374p Thorn)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.] [N 77, 23] [N 77, 89; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-12, I-9, III-4-2
|
| 26065 |
staartluiken |
weerdeuren:
wę̄rdø̄rǝ (L374p Thorn)
|
De luiken aan de kant van de molenkap die tegenovergesteld is aan de wieken. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛwindluiken, waterdeurenɛ. In l 318, l 321 en l 330 kent men deze luiken niet; volgens de invullers uit de twee eerstgenoemde plaatsen zijn er geen staartluiken in de kap van een standaardmolen.' [N O, 31b]
II-3
|
| 24250 |
staartmees |
staartmees:
stertmees (L374p Thorn),
stèrtmees (L374p Thorn)
|
staartmees || staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 27523 |
staatstoezicht |
staatstoezicht:
staatstoezicht (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Wilhelmina])
|
Overheidsinstelling die de controle over de steenkoolmijnen uitoefent. [N 95, 166]
II-5
|
| 23690 |
stabat mater |
stabat mater dolorosa (lat.):
stabat mater dolorosa (L374p Thorn)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21749 |
stadsomroeper |
omroeper:
den omreuper (L374p Thorn),
ômreuper (L374p Thorn)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23591 |
staf van de suisse |
staf:
staaf (L374p Thorn)
|
De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|