e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vergeet-mij-nietje lievevrouwebloemetje: idiosyncr.  leve vrouwe bleumpke (Thorn), vergeet-me-nietje: idiosyncr.  vergeet me nietje (Thorn), WLD  vergeet me nietjes (Thorn) Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)] III-4-3
vergeetachtig vergeetachtig: vergaetegtig (Thorn), vergèètegtig (Thorn) zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
vergeetachtig persoon vergeetmuts: vergaetmuts (Thorn), vergèètmuts (Thorn) een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)] III-1-4
vergiet doorslag: doorsloog (Thorn) Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] III-2-1
vergiftigen vergeven: vergève (Thorn), vergééve (Thorn) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)] III-1-2
verhaal nieuws: noets (det -) (Thorn), verhaal: verhaol (Thorn, ... ) een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] || verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verharde weg klinkerd: klinkerd (Thorn), straat: straot (Thorn) een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)] III-3-1
verhitten opwarmen: opwerme (Thorn), opwörme (Thorn) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verhoren verhoren: verheure (Thorn), verhêuere (Thorn) iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)] III-3-1
vering vering: vɛ̄reŋ (Thorn) Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr] I-13