e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorde, doorwaadbare plaats brug: breig (Thorn), droog zijn: (= doorwaadbaar).  dreig zēēn (Thorn), ondiep: ondeep (Thorn), oversteek: euver steak (Thorn), waadplaats: waajplaats (Thorn) de plaats waar een weg door een beek of een riviertje gaat, de plaats waar die beek doorwaadbaar is (voorde, voord) [N 90 (1982)] || doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)] III-4-4
voorgeborchte voorgeborchte: vuërgeborchte (Thorn) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgeborchte van de biechtstoel voorgeborchte: vüërgeborgte (Thorn) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorgespannen kap voorgespannen: vø̄ǝrgǝspanǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Kap die bij voorgedreven betimmering wordt gebruikt en die gedragen wordt door de aan de reeds bestaande ondersteuning bevestigde voorspanbalken. [N 95, 363; monogr.] II-5
voorhoofd hoofdschaal: huitschaal (Thorn) voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
voorhuid velletje: velke (Thorn), voorhuid: vüërhoed (Thorn) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorjaarsdracht voorjaarsdracht: vø̄rjǭrsdraxt (Thorn) De periode van het voorjaar waarin de bijen vliegen op bloesem van de dan bloeiende planten, bloemen en bomen. In vragenlijst N 63, vraag 50a is gevraagd naar de bloemen, planten en bomen waarvandaan de bijen in het voorjaar honing en stuifmeel halen. De antwoorden op deze vraag geven het volgende resultaat. In het voorjaar vliegen de bijen op fruitbloesem, voorjaarsbloemen en sierplanten, meidoorn, acacia, wilgebomen, koolzaad, paardebloem, lupinen, bonenbloei, esdoorn, hulst, crocussen en hazelaar. Uiteraard zullen er nog meer haalmogelijkheden voor de bij zijn. [N 63, 48; N 63, 50a; Ge 37, 85] II-6
voorjaarshoning voorjaarshoning: vø̄rjǭrshōneŋ (Thorn) Soort honing die uit de nectar van voorjaarsbloesem, vooral fruitbloesem, is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 129; monogr.] II-6
voorjaarszonnebloem zonnebloem: idiosyncr.  zònnebloom (Thorn) Voorjaarszonnebloem (dronicum oriëntale). De stengel is soms wel 1 m hoog. De bladeren zijn toegespitst eivormig, de stengel omvattend; de korfjes 37 tot 50 mm, geel gekleurd (sluiterke, kleine zonnebloem, reebokkruid, gemzewortel).(Doronicum oriëntale Ho [N 92 (1982)] III-2-1
voorman, ploegbaas voorman: vyǝrmanǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Ploegbaas of voorman op een werkpunt. Zie ook het lemma Schudgootbaas. [N 95, 163; monogr.; Vwo 23; Vwo 234] II-5