e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worstelen worstelen: worstele (Thorn, ... ) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
worstenbroodje worstenbroodje: woastebreudje (Thorn) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (Thorn) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Thorn), ideosyncr.  wortel (Thorn), WLD  de wortel (Thorn) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)] III-4-3
wortelenvlaai moerenvlaai: móóreflaai (Thorn) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
wortelhals kraag: ideosyncr.  kraag (Thorn) De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)] III-4-3
worteltje moortjes: meurkes (Thorn) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7
wrat wrat: vrat (Thorn) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef wreef: vrief (Thorn), vrief (ww)  vreef (Thorn) wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wrevelig (zijn) monkachtig: monkechtig (Thorn) gemakkelijk te ontstemmen, een beetje knorrig [wrevelig, monkachtig] [N 85 (1981)] III-1-4