e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zilveruitje sint-jansuntje: St. Janseunjtj6s (Thorn) [DC 13 (1945)] I-7
zilvervisje schietwormpje: sjeetwûrmke (Thorn) zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)] III-4-2
zin (lust) aard: aard (Thorn), zin: zin (Thorn) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zindelijk droog: dreuəg zeen (Thorn), zuiver: zuuver (Thorn) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zingen fluiten: fluite (Thorn), slaan: slaon (Thorn) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] III-4-1
zingende mis gezongen mis: gezonge mes (Thorn), gezongen mes (Thorn) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zinnia (zinnia elegans jacq.) boerinnetje: idiosyncr.  boerinneke (Thorn) Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens). [N 92 (1982)] III-2-1
zitplaats van de duif stek: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  stek (Thorn) de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)] III-3-2
zitten zitten: zitte (Thorn) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zitvlak van een broek bodem: baom van de boks (Thorn) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3