e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

Gevonden: 6288
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, ongezond zwak: zwaak (Thorn), zwāāk (Thorn) Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)] III-1-2
zwak, slap min: min (Thorn), slap: slaap (Thorn), zwak: zwaak (Thorn, ... ), zwāāk (Thorn) zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwaluwtong wilde boekweit: idiosyncr.  wilje bookendj (Thorn) Zwaluwtong (polygonum convolvulus). Tot meer dan 1 m lange klimplant; de stengels zijn windend, dun en ruw; de bladeren zijn pijlvormig en driehoekig; de bloemen groeien in trosjes in de bladoksels, het bloemdek is driekantig met een smalgevleugelde slip; [N 92 (1982)] III-4-3
zwanebloem waterlis: idiosyncr.  waterlis (Thorn) Zwanebloem (butomus umbellatus een 100 tot 150 cm hoge plant. De stengels zijn rond; de bladeren groeien rechtop, ze zijn lijnvormig en driekantig; de bloemen groeien in een scherm en zijn witachtig tot bruinroze van kleur, tevens donkerder geaderd. Blo [N 92 (1982)] III-4-3
zware hamer zware hamer: zwǭrǝ hāmǝr (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Voorhamer, grote moker. Het woordtype "mottek" (Q 121b, Q 202) is een verbastering van het Poolse mtottek. De term "meesterhouwer" (Q 21) was op de mijn Maurits een spottende benaming voor een zware hamer. [N 95, 739; monogr.] II-5
zwarte bes zwarte beren: mv: -e  zwart6 bee:re* (Thorn) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte bladluis bladluis: blaadluus (Thorn), meelde: op tuinbonen vooral  meelje (Thorn), spint: spint (Thorn) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte kraai, kraai kraan: kraon (Thorn, ... ), kroan (Thorn), raaf: raaf (Thorn) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte mees bijmus: biemös (Thorn), zwarte bijmus: (zwarte) biemös (Thorn) zwarte mees || zwarte mees (11 net een kleine koolmees [052], maar zonder gele kleur en zwarte buikstreep, wel met een witte nekplek; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in bodemgaatje; roep snel [tjietjai, tjietjai] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte nachtschade wolfsbes: idiosyncr.  wolfsbes (Thorn) Zwarte nachtschade (solanum nigrum). Een 10 tot 40 cm grote, kruidachtige plant, niet windend; de stengels zijn iets behaard of kaal; de bladeren zijn iets eivormig, gaafrandig of iets bochtig getand; de bloemen groeien in schermvormige trossen, wit van k [N 92 (1982)] III-4-3