23904 |
communiepakje |
communiepakje:
kommuniejpekske (L374p Thorn)
|
Het communiepakje voor jongens [kómmelejoeënsantsoch, kómmenetseermantoer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24022 |
communiepet |
communiepetje:
kommuniejpetje (L374p Thorn)
|
De communiepet [kómmenetseerkap]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24023 |
communiepluim |
pluim:
pluum (L374p Thorn)
|
De witte pluim met groene knopjes, door de jongens op de revers van hun jas gedragen op de dag van hun eerste H.Communie [pluum]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24026 |
communieprentje |
communiebeeldje:
kommuniejbeeldje (L374p Thorn)
|
Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20747 |
communietaart |
opzet:
spreek -é- uit als fr. est of cabinet; ook de -t uitspreken)
opzét (L374p Thorn)
|
Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23655 |
communiezang |
communiezang:
communiezang (L374p Thorn)
|
Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23664 |
completen |
te deum laudamus (lat.):
te deum laudamus (L374p Thorn)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
bamdmest/beemdmest:
bānjtj[mest] (L374p Thorn)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
27693 |
compressorhuis |
compressorgebouw:
komprɛsǫrgǝbuw (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Plaats waar de compressoren staan die worden gebruikt voor het samenpersen van lucht. Volgens de informant uit Q 21 lagen in dit gebouw compressoren die met gas werden aangedreven, vandaar de naam "gascentrale". [N 95, 22]
II-5
|
23975 |
concubine |
bijwijf:
biejwief (L374p Thorn)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|