23196 |
allerzielen |
allerzielen:
Allerziele (L245b Tienray),
allerziele (L245b Tienray)
|
2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)] || Allerzielen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
22335 |
alles kwijt |
boebs:
boeps zien (L245b Tienray)
|
Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24520 |
alsem |
els:
vooral bekend in drankjes
ēls (L245b Tienray),
± Veldeke
els (L245b Tienray)
|
Alsem (artimisia). De gehele plant is witviltig behaard; de stengels zijn onderaan houtig; de bladeren zijn zeer diep ingesneden met draaddunne slippen; de bloemen staan in kleine, gesteelde hoofdjes aan meestal overhangende takken, de kleur van de bloeme [N 92 (1982)] || alsem, plant
III-4-3
|
23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
altaor (L245b Tienray)
|
Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23644 |
altaarbel |
bel:
bel (L245b Tienray)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24297 |
alver |
avel:
avel (L245b Tienray)
|
vorentje, karpertje (witvis)
III-4-2
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampulle (L245b Tienray)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25102 |
andere soorten regen |
avondsregen:
avondregen
āōvesrège (L245b Tienray)
|
regen die aanhoudt tot de avond
III-4-4
|
20656 |
andijvie |
andijvie:
andievie (L245b Tienray),
andūēvie (L245b Tienray)
|
andijvie
I-7
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
Veldeke (aangepast)
angel (L245b Tienray)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|