22526 |
pandoeren (kaartspel) |
pandoeren:
pandoere (L245b Tienray)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30283 |
paneel |
paneel:
paniǝl (L245b Tienray)
|
Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.]
II-12
|
20841 |
paneermeel |
paneermeel:
paniərmēͅl (L245b Tienray)
|
paneermeel
III-2-3
|
19434 |
pannen schuren |
schuren:
schoere (L245b Tienray)
|
Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
29832 |
pannenbakkerij |
panoven:
panó̜vǝ (L245b Tienray)
|
Fabriek waar, doorgaans in handarbeid, dakpannen werden vervaardigd. Schuermans (Algemeen Vlaamsch Idioticon) merkt op pag. 458 over pannenschop op: ø̄̄pannenbakkerij, zoo genoemd omdat het gebouw aan een schop of overdekte plaats gelijkt (Limb.)ø̄̄. [monogr.; N 27 add.]
II-8
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
men kende: spekkoek, appelkoek, krentenkoek, rozijnenkoek, uienkoek, boekweitkoek, kersenkoek, pruimenkoek, bosbessenkoek
kūk (L245b Tienray),
schaarkoekje:
sxarkykskə (L245b Tienray)
|
pannekoek || pannekoekje van e resten van het deeg, nog bij elkaar geschard
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
pannenlap:
panəlap (L245b Tienray),
ties:
tis (L245b Tienray)
|
pannenlap
III-2-1
|
20057 |
pantoffeltje |
pantoffeltje:
-
pantüffelkes (L245b Tienray, ...
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray),
caleocolaria
pantüffelkes (L245b Tienray),
± Veldeke
pantüffelkes (L245b Tienray)
|
Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele [N 92 (1982)]
III-2-1
|
20558 |
pap |
pap:
met de naam van de graansoort ervoor
pap (L245b Tienray)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23900 |
paradijs |
paradijs:
paradies (L245b Tienray)
|
Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|