18406 |
parfum |
parfum:
parfum (L245b Tienray)
|
reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
parochie (L245b Tienray)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23231 |
pasen |
pasen:
paose (L245b Tienray)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
pasfoto (L245b Tienray),
tiptop:
Opm. is vroegere benaming.
tiptop (L245b Tienray)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34046 |
pasgeboren kalf |
melkmuk:
mɛlkmø̜k (L245b Tienray)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (L245b Tienray, ...
L245b Tienray),
paspoort (<fr.):
pasport (L245b Tienray)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
passen:
passe (L245b Tienray)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pestoeër (L245b Tienray)
|
Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25361 |
pastoorsstuk |
proef:
prūf (L245b Tienray)
|
Het stuk vlees dat de pastoor krijgt. Dat is geen bepaald stuk, meestal is het het beste van de slacht. Het stuk krijgt vaak de normale slachtersbenaming. In dit lemma worden deze normale slachtersbenamingen voor de diverse stukken vlees weggelaten. Zij worden opgenomen in deel III van het woordenboek bij het onderdeel: ''Producten van de slacht''. [N 28, 103; monogr.]
II-1
|
23236 |
pastorie |
pastorie:
pastoriej (L245b Tienray)
|
Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|