e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pateen pateen (<fr.): pateen (Tienray) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pater pater (lat.): pater (Tienray) Een ordegeestelijke, lid van een orde of congregatie, een pater [paâter]. [N 96D (1989)] III-3-3
pater van de heilige geest paters van de heilige geest: pater van de h geest (Tienray) De Paters van de H. Geest [Frânse paaters]. [N 96D (1989)] III-3-3
patriarch aartsvader: aartsvader (Tienray) Een aartsvader, patriarch, patriark. [N 96D (1989)] III-3-3
patrijs patrijs: patrīēs (Tienray) patrijs III-4-1
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): petroeën (Tienray) Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
paus paus: paus (Tienray) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauselijke zegen pauselijke zegen: pauselijke zège (Tienray) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauzeren eventjes ophouden: efkes óphalde (Tienray) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4
peer, soorten keutelpeer: keutelpèèr (Tienray), peer: pèèr (Tienray), stoofpeer: stòòfpèèr (Tienray) peer || peer, soort || stoofpeer I-7