e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stofblik dreksblik: drɛks˂blɛk (Tienray) stofblik III-2-1
stok stok: stok (Tienray) Bepaalde veenmaat met een lengte van doorgaans 2.50 m. [II, 63a] II-4
stoker stoker: stø̜̜̄̄kǝr (Tienray) De arbeider die tijdens het bakproces het vuur in de ringoven op de vereiste temperatuur houdt. Wanneer het vuur in de oven te warm was, zei men in Q 121b dat de oven te gloei (ts\ glø̜j) was. [N 98, 140; monogr.] II-8
stokroos stokroos: ± Veldeke  stokroeës (Tienray) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stokvis stokvis: stoͅk˃ves (Tienray) stokvis III-2-3
stola stool (<lat.): stool (Tienray) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp over een heiligenbeeld stolp: stolp (Tienray) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomen zwademen: de moeër zwaait: de waterketel stoomt de laamp zwaait: de (petroleum)lamp rookt, geeft roet af  zwāi̯ə (Tienray) stomen III-2-1
stomverbaasd verpaft: verpaft (Tienray) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: stō̞f (Tienray) voetstoof III-2-1