18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
blâôsontstèking (L245b Tienray)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blad (L245b Tienray)
|
blad
III-4-3
|
19402 |
blad van een lepel |
lepel:
léépel (L245b Tienray)
|
Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blat (L245b Tienray),
blader:
blē̜r (L245b Tienray)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
33504 |
bladkool, snijkool |
sloor:
sloor (L245b Tienray)
|
I-7
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
stob:
stoeb (L245b Tienray),
rozet van de paardebloem
stoeb (L245b Tienray, ...
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray,
L245b Tienray)
|
paardebloem, bladrozet van || rozet ve paardenbloem
III-4-3
|
21835 |
bladzijde |
bladzijde:
bladzij (L245b Tienray),
(vroegere benaming).
bladziej (L245b Tienray)
|
ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19978 |
blaffen |
blaffen:
Veldeke (aangepast)
blaffe (L245b Tienray)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
19458 |
blaker |
blaker:
blááker (L245b Tienray)
|
Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24363 |
blankvoorn, voorn |
voorn:
vòre (L245b Tienray),
Veldeke (aangepast)
vòre (L245b Tienray)
|
Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] || voren, vis
III-4-2
|