e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blasiuszegen blasiuszegen: blasiuszègen (Tienray) De Blasiuszegen waarbij de priester twee kaarsen kruiselings vasthoudt. [N 96C (1989)] III-3-3
blaten bleren: blē̜rǝ (Tienray) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes moelbeer: moelbèèr (Tienray) bosbes III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Tienray) reiger III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: Veldeke (aangepast)  bromvlieg (Tienray), madenschijter: maaienschieter (Tienray), majeschieter (Tienray), Veldeke (aangepast) ook -  maaieschieter (Tienray), tor: tor (Tienray) bromvlieg || bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] III-4-2
blazen blazen: Veldeke (aangepast)  blāōze (Tienray) Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-2-1
bleek bleek: blieëk (Tienray) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
blijven hangen, blijven plakken blijven: blīēve (Tienray), plakken: plekke (Tienray) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: blīēve (Tienray), wachten: wāchte (Tienray) ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4
blikaars bikaars: (verouderd)  bikaors (Tienray) Aambeien: bes- of knobbelvormige zwellingen van de aders aan de anus of aan het onderste gedeelte van de endeldarm (speen, spenen, blikaar(d)s, aambeien, puisten, bikaards, vijgpuisten). [N 84 (1981)] III-1-2