21726 |
verhoren |
verhoren:
verhuuëre (L245b Tienray)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19370 |
verhuizen |
verhuizen:
verhūūze (L245b Tienray),
vərhyzə (L245b Tienray)
|
Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] || verhuizen
III-2-1
|
21399 |
verkeren |
gaan met:
mit mekaar gaon (L245b Tienray),
vrijen:
vrijje (L245b Tienray)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
met mekaar gaan:
mit mekaar gaon (L245b Tienray, ...
L245b Tienray),
vrijen:
vri-jje (L245b Tienray),
vrijje (L245b Tienray, ...
L245b Tienray)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] || vrijen
III-2-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
verkeld zîên (L245b Tienray),
verkelt (L245b Tienray)
|
Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
21281 |
verkwisten |
verkwisten:
verkwiste (L245b Tienray)
|
op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19038 |
verlegen |
bleu:
bluuəj (L245b Tienray)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
18850 |
verlegen (zijn) |
bleu:
bluuej (L245b Tienray),
verlegen:
verlège zîên (L245b Tienray)
|
niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] || verlegen, bleu
III-1-4
|
18853 |
vermoeden |
vermoeden:
vermoede (L245b Tienray)
|
het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20850 |
verpieteren |
verzauwelen:
vərzau̯ələ (L245b Tienray)
|
het smakeloos worden van eten door te lang koken of te lang warm houden
III-2-3
|