23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
vollen aflaot (L245b Tienray)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25201 |
volle maan |
volmaan:
vol maon (L245b Tienray)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
volwassen:
volwasse (L245b Tienray)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19412 |
vonk |
vonk:
voonk (L245b Tienray)
|
Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
mómber (L245b Tienray),
(vroegere benaming).
momber (L245b Tienray),
voogd:
(huidige benaming).
voogd (L245b Tienray)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
verneuken:
verneuke (L245b Tienray)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
vøͅrbeͅjə (L245b Tienray)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23905 |
voorgeborchte |
voorgeborchte:
voorgeborchte (L245b Tienray)
|
Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18889 |
voornemen |
plan:
plan (L245b Tienray),
voornemen:
vörneme (L245b Tienray)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23989 |
voornemen om niet meer te zondigen |
goed voornemen:
goei vörneme (L245b Tienray)
|
Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|