e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de morgen luiden morgen luiden: ət løjt meͅrgə (Tienray) Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de ploeg verstellen (de ploeg) verschevelen: vǝrsxę̄vǝlǝ (Tienray) I-1
de portiuncula-aflaat verdienen aflaat verdienen: aflaot verdiene (Tienray) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3
de roepen krijgen de roepen krijgen: de rüüp kriege (Tienray) De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
de rozenkrans bidden bij een overledene rozenkrans: roeezekrans (Tienray) De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3
de stuipen hebben de stuipen hebben: stüppe hebbe (Tienray) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2
de tafel dekken de tafel dekken: de tòffel dékke (Tienray) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de toog aankrijgen gekleed worden: gekled wörre (Tienray) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3
de was bleken bleken: bleͅi̯kə (Tienray) bleken van de was III-2-1
de was doen de was doen: de wɛs dūn (Tienray), vroebelen: vrubələ (Tienray), was: wɛs (Tienray) de was doen || het wassen || wrijven over het wasbord III-2-1