18851 |
eenvoudig |
gewoon:
gewoeën (L245b Tienray)
|
zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19368 |
eenvoudige of armoedige woning |
barak:
bouwvallig
brak (L245b Tienray),
houten loods
barak (L245b Tienray),
hut:
algemeen
hut (L245b Tienray),
keet:
kiət (L245b Tienray),
van hout
kieët (L245b Tienray)
|
Een eenvoudige, kleine, soms armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (kot, hut, brak, keet, patiek) [N 79 (1979)] || keet, houten loods, slechte woning
III-2-1
|
21517 |
eenzaam |
alleen:
Zo wordt het ook genoemd.
allieën (L245b Tienray),
allenig:
allennig (L245b Tienray)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19119 |
eer |
eer:
ieër (L245b Tienray)
|
lof, aanzien, eer
III-1-4
|
23709 |
eer aan de vader |
eer aan de vader:
et ieer an de vader (L245b Tienray)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
ierlijk (L245b Tienray)
|
zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
iərlək (L245b Tienray)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
örste kummunie (L245b Tienray)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24043 |
eerste mis van de neomist |
eerste mis:
örste mis (L245b Tienray)
|
De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23782 |
eerste zondag van de vasten |
eerste zondag van de vasten:
örste zóndag van de vaste (L245b Tienray)
|
De eerste zondag van de vasten (Fakkelzondag, walmenzondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|