e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer (bewegen) over en het weer: yùvëréntwīēr (Tongeren), retour: rëtōēr (Tongeren) heen-en-weer III-4-4
heen en weer draaien draaien: drêejë (Tongeren), kierewieren: niet stil kunnen zitten  kirrewierë (Tongeren) Heen en weer draaien (drentelen, drimmelen, drispelen, draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
heen en weer schuiven kierewieren: kirrëwierë (Tongeren), krëwierë (Tongeren), kërwierë (Tongeren) Heen en weer schuiven (wiebelen, wiemelen, sjroevelen, winaauwen) [N 108 (2001)] III-1-2
heer heer: hiər (Tongeren) heer [RND] III-3-1
heermoes dennetjes: of kattestat  dènnekes (Tongeren), kattenstaart: of dènnekes  kattestat (Tongeren) Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] III-4-3
hees, schor hees: he.s zin (Tongeren), heis (Tongeren), heis zin (Tongeren), hēͅi:s (Tongeren), heͅijs (Tongeren) hees [ZND A2 (1940sq)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heet lopen heet lopen: hęjt lǫwpǝ (Tongeren), hęjt lǭ.pǝ (Tongeren) Het heet lopen van de molen als gevolg van het feit dat zich bijvoorbeeld tijdens het malen geen graan tussen de molenstenen bevindt, de stenen bot zijn of het graan niet droog genoeg is. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛleeglopenɛ.' [N O, 36e; Vds 117; Jan 262; Coe 144; Grof 169] II-3
heet, hitsig lopig: lø͂ͅ.pex (Tongeren) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
hefboom van de poulie hefboom: hęf˱bǭ.m (Tongeren) De hefboom waarmee men de bovenste poulie met de daarbij behorende as en rol omhoog kan trekken. [Coe 210; Grof 237] II-3
heggenmus aardmus: jeͅtmøͅs (Tongeren), haagmus: hôogmùs (Tongeren) heggemus || heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1