e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
herfsttijloos tijloos: -  tailis (Tongeren) herfsttijloos III-4-3
herik hering: hē̜.reŋ (Tongeren), hɛ̄reŋ (Tongeren), [Sinapis arvensis] E < hederarea  hêréng (Tongeren), zeems: -  zeems (Tongeren), zemps: ze.ms (Tongeren), zems (Tongeren), {Sinapis arvensis]  zïm(p)s (Tongeren) herik (Sinapis arvensis) [DC 17 (1949)] || mosterd, wilde || Sinapis arvensis L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en in open bermen met goudgele bijeenstaande bloempjes en zaden in de vorm van zeer dunne opstaande boontjes. Het bloeit van mei tot september. De lengte varieert van 30 tot 80 cm. Het is ook bekend onder de oude naam krodde of wilde mosterd. Dit onkruid wordt vaak verward met knopherik (Raphanus raphanistrum L.), waar het sterk op lijkt. Knopherik komt meer voor op zandige akkers en bermen, terwijl de zaden groter zijn evenals de bloempjes, waarvan de kleur kan variëren van wit tot donkergeel en paars. Het bloeit van juli tot augustus en wordt 20 tot 60 cm hoog. Bij de opgaven wordt door een aantal informanten op dit verschil gewezen. Melm is droge akkergrond. Zie Goossens 1964; 1970 en 1988, 95-108. [N C, 2; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 17, 12; A 43, 12; monogr.] I-5, III-4-3
herkauwen nirken: nerkǝ (Tongeren), ni.rekǝ (Tongeren) Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.] I-11
hermelijn hermelijn: hermelain (Tongeren), muishondje: maushu:ntje (Tongeren) hermelijn, grote wezel [ZND 48 (1954)] III-4-2
hert, ree hert: hièet (Tongeren), hièt (Tongeren), ree: rée (Tongeren) hert [Willems (1885)] || ree III-4-2
het binnenkomen van de duif ingaan: ingaan (Tongeren), invliegen: invliegen (Tongeren) Hoe zegt men: het binnenkomen? [N 93 (1983)] III-3-2
het geluid dat de duif maakt bij de duivin in een hoekje te jagen (baltsverschijnsel) huilen: Opm. v.d. invuller: komt van het woord "huilen".  hailen (Tongeren) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: het geluid dat de duif daarbij maakt? [N 93 (1983)] III-3-2
het gras maaien (het) gras afmaaien: t groas oafmèe (Tongeren) het gras afmaaien [ZND 35 (1941)] III-2-1
het heilig oliesel ontvangen bediend worden: bedind wjénne (Tongeren), heilige olie krijgen: de heilege woole kraaige (Tongeren) Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
het heilig oliesel toedienen bedienen: bediene (Tongeren), heilige olie geven: de heilige wooile gêve (Tongeren) Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)] III-3-3