e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klauwhamer sjoeptihamel: šuptihǭmǝl (Tongeren  [(meervoud: šuptihø̜̄mǝl)]  ) Hamer waarvan de kop een gespleten en vaak ook gekromd uiteinde heeft, waarmee men spijkers uit het hout kan trekken. Van de klauwhamer bestaan verschillende uitvoeringen. Het oudere model heeft meestal geen gekromde hamerpin, het recentere model wel. Zie ook afb. 87. [N 53, 131; monogr.] II-12
klaver, algemeen klaver: klǭ.vǝr (Tongeren), klee: klē (Tongeren) De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.] I-5
klaveren in het kaartspel klaveren: klaovərən òis (Tongeren), Ïch hùb klôvërën ôs! (klaveren aas).  klôvërë (Tongeren) Figuur of kleur van het kaartspel. || Klaveren: klaveren aas (kaartspel). [ZND B2 (1940sq)] III-3-2
kledij, kleren kledage: klaiaga (Tongeren), kleijoige (Tongeren), klɛa͂žə (Tongeren), Et. *kleid + suffix (-age).  klèiôzje (Tongeren), Korte doffe o.  klaioge (Tongeren), kleren: kle.i̯ər (Tongeren), klejər (Tongeren), klēr (Tongeren), klikken en klakken: z`n klikke en klakke (Tongeren), klovement: Brg. NB klóvvë: kleden (Brg.).  klòvvuemient (Tongeren), spullen: spïllë (Tongeren), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: kleiər (Tongeren), klēr (Tongeren), tenue (fr.): Et. Fr. tenue.  tënü (Tongeren) Kent ge een verzamelwoord voor "de kleren"(kleerage, of een ander woord). [ZND 36 (1941)] || kledij || kleding || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] || Kleren. Ga eens en wees zo goed, en zeg aan uw zuster dat ze de kleren van uw moeder moet afnaaien en met de borstel afborstelen [ZND 04 (1924)] || spullen, kleren III-1-3
kleefkruid honingskruid: [Gallium cruciata]  hónéngskraud (Tongeren), kretsjeskruid: [Galium aparine], kretsen of krabben  krêtskëskraud (Tongeren) kleefkruid || walstro III-4-3
kleerborstel kleerborstel: ’ne kleierbossel (Tongeren) een borstel (om kleren te borstelen) [ZND 22 (1936)] III-1-3
kleerkast hangschap: hàngsjôop (Tongeren) kleerkast III-2-1
kleerkist, kleerkoffer houten kist: hou̯tə kes (Tongeren), koffer: koͅfər (Tongeren) Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] III-2-1
kleermaker kleer-/kledermaker: klęjǝrmɛkǝr (Tongeren) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7
kleermakerskrijt tekenkrijt: tɛjkǝnkrajt (Tongeren) Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.] II-7