e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krampig (het heeft) krampen: krampǝ (Tongeren) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
kramsvogel kramslijster: kramslaistər (Tongeren), sjakker: [Turdus pilaris]  sjêkkër (Tongeren) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krant gazet (<fr.): gezet (Tongeren) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
kreeft kreeft: kref (Tongeren), kréf (Tongeren) kreeft [Willems (1885)] III-2-3
krekel krekel: krīēkel (Tongeren), krīēkël (Tongeren) krekel [Willems (1885)] III-4-2
krentenbaard baardziekte: bôodziktë (Tongeren) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
krentenbol krennee-tje: soort brioche met klontje suiker erop Dat wórë wai n sòrt briòsjë mèt ë klùtsjë soekkër tróp Knüskës (knoesjes) wai n vaus òp èn plôot ô¯nein. Ze kòsdë ë knêbkë (0,5 ct), lô¯ttër drai knêbkës (0,15 ct). Ze wórë vrüggër tè kraige mèt Leunis, Lô¯ttër Mat én mèt dë Joeffròuë Maes, nau Snêlléngs én de Múntstruò¯t. Hët wo¯s ën Túngërsë spéssiàllitait  krénnëkë (Tongeren), krentenbol: krēntəboͅl (Tongeren) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] || rond krentekoekje (diam. ong. 6 cm) met suiker erop III-2-3
krentenbrood kramik: krameͅk (Tongeren), krentenmik: krēntəmeͅk (Tongeren), kréntëmik (Tongeren), verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentemik (Tongeren), krentenmikje: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentemikske (Tongeren), weg: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  wek (Tongeren) krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || wittebrood met krenten III-2-3
kreukel kronkel: Gekreukt.  krúnkël (Tongeren), valse plooi: Fout gestreken.  valsë plooi (Tongeren) Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] III-1-3
kreunen van de pijn jammeren: jemmert (Tongeren), jeummert (Tongeren) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2