34091 |
linkerachterkwartier |
achterste kwartier links:
ē̜stǝ kǝrtīr leŋks (Q162p Tongeren)
|
Het kwartier van de uier links achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116b]
I-11
|
34090 |
linkervoorkwartier |
voorste kwartier links:
vu̯ø̄stǝ kǝrtīr leŋks (Q162p Tongeren)
|
Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a]
I-11
|
17867 |
links, linkshandig |
haar:
bij het besturen van een paard (tgo. hoeit, rechts)
haar (Q162p Tongeren),
links:
leenks (Q162p Tongeren),
lĕnksch (Q162p Tongeren),
links (Q162p Tongeren),
lênks (Q162p Tongeren)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] || Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
17869 |
linkshandig persoon |
averrechtse, een -:
Oudere mensen (averrechts).
enne èverechsa (Q162p Tongeren),
linkse poot:
linkscha poot (Q162p Tongeren),
linkse, een -:
enne leengsa (Q162p Tongeren),
enne lênkse (Q162p Tongeren),
leenkse (Q162p Tongeren),
ne lĕnksche (Q162p Tongeren)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
lajnǝ (Q162p Tongeren),
lijwaad:
lājvǝt (Q162p Tongeren),
lijwand:
lajvǝnt (Q162p Tongeren),
lājvǝnt (Q162p Tongeren)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
22052 |
lintwormen |
lintwormen:
lentworm (Q162p Tongeren)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17617 |
lip |
lip:
lip (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
lippe (Q162p Tongeren),
lippĕ (Q162p Tongeren),
ən lip (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren)
|
een lip [znd A1 (1940sq)] || lip [RND] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
31599 |
lip van een hoefijzer |
lip:
lip (Q162p Tongeren)
|
Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.]
II-11
|
24541 |
lis (alg.) |
gele lisbloem:
gêel-lèsbloem (Q162p Tongeren),
lis:
lang smal blad
lès (Q162p Tongeren),
lisbloem:
[Iris pseudo-acorus]
lèsbloem (Q162p Tongeren)
|
gele lis, lisbloem (soort) || lis || lisbloem
III-4-3
|
24528 |
lisdodde |
lis:
[Typha latifolia]
lès (Q162p Tongeren),
raffia:
-
rafia (Q162p Tongeren)
|
dodderiet || lisdodde [DC 13 (1945)]
III-4-3
|