e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lopen lopen: laupa (Tongeren), lou.pe (Tongeren), louwpe (Tongeren), loͅupə (Tongeren), lō.pǝ (Tongeren) lopen [ZND m] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
lopend snot nat snot: nat snot (Tongeren) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen met afscheiding van etter en snot uit bek, neus en ogen (lopend snot)? [N 93 (1983)] III-3-2
loper draaisteen: drɛ̄.stę̄.n (Tongeren), loper: lǫwpǝr (Tongeren), passe-partout (fr.): sleutel  paspërtoe (Tongeren) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] || loper II-3, III-2-1
loper (boodschapper) loper: loper (Tongeren) Vroeger (19e eeuw) werd iedere aankomst door een boodschapper gemeld. Hoe heette die? [N 93 (1983)] III-3-2
losgetuigd leiden los paard varen: lǫs pi̯ęt ˲vǭ.rǝ (Tongeren) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
losplaats lossingsplaats: lossingsplaats (Tongeren) de plaats waar de duiven gelost worden (losplaats, lossingsplaats of dergelijke, dus niet de naam van een stad invullen)? [N 93 (1983)] III-3-2
losse linnen halsboord bandje: beͅntšə (Tongeren), slap bandje: slap bēͅntšə (Tongeren) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet manchet: mənšeͅtə (Tongeren) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse paal met draad draadbarrier: dru̯ǫi̯dbrīr (Tongeren) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse voerbak in de varkenswei bak: bak (Tongeren  [(mv b''k)]  ), trog: [trog] (Tongeren), voederbak: vui̯ǝrbak (Tongeren) Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b] I-6