e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgift van de zeug zog: ˲su̯ōk (Tongeren), zok: zāu̯k (Tongeren) [N 19, 20] I-12
melkkannetje melkpot: me̞lkpot (Tongeren), melkpotje: meͅləkpøtšə (Tongeren), meͅləkpøͅ.tšə (Tongeren) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkar melkkar: mɛlǝkkār (Tongeren) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe melkkoe: melkū (Tongeren), męlku (Tongeren) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkschaap melkschaap: męlkšuop (Tongeren) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de melk. [N 77, 1f; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
melkspiegel melkspiegel: mɛlkspīgǝl (Tongeren) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkkruk: mɛlǝkkrø̄k (Tongeren) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: meləktān (Tongeren), meͅlektān (Tongeren), millektaang (Tongeren), melktandjes: meͅlktēͅntšes (Tongeren) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef filter: feltǝr (Tongeren), teems: tems (Tongeren), tims (Tongeren), zijg: zai̯x (Tongeren) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: mëlōēn (Tongeren) meloen I-7