e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naasten op de poot schatten: ǫptǝ šatǝ (Tongeren) Als bij controle blijkt dat het gewicht van het te slachten dier niet juist, d.w.z. te laag door de eigenaar is opgegeven bij de belastingdienst, mogen de kommiezen de waarde van het overwicht zelf houden. Volgens de informant van L 321 hangt dit naasten van de te lage prijs af en niet van het gewicht. [N 28, 3] II-1
nabidden antwoorden: antwòidde (Tongeren), nabeden: nuòbêeje (Tongeren) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nachtegaal nachtegaal: natərgōͅl (Tongeren), nàtërgôol (Tongeren), nâchtegōāl (Tongeren) nachtegaal [Willems (1885)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd nachthemd: nāxhīmə (Tongeren), nàachhïmmë (Tongeren), nachtkiel: nàachkīēl (Tongeren), slaaphemd: sluoͅphi.mə (Tongeren), slaapkleed: Jonger.  sluoͅpkleͅi.t (Tongeren) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtjacque (<ofr.): nàachzjàk (Tongeren), nachtkleed: nāxkleͅit (Tongeren), slaapjacque (<ofr.): sluoͅpžak (Tongeren), slaapkiel: vgl. sluòpgewàand, sluòpklèid (z. ald.).  sluòpkīēl (Tongeren), slaapkleed: sluopklɛit (Tongeren), vgl. sluòpgewàand, sluòpkiel (z. ald.).  sluòpklèid (Tongeren) kort nachtkleedje || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] || slaapkiel (meestal voor mannen) || slaapkleed (meestal voor vrouwen) III-1-3
nachtkastje nachttafeltje: nàachtùffëlkë (Tongeren) nachttafeltje III-2-1
nachtkleren nachtkleren: nā.xkleͅiəR (Tongeren), nāxkleͅjər (Tongeren), slaapgewaad: vgl. sluòpkiel, sluòpklèid (z. ald.).  sluòpgëwàand (Tongeren), slaapkleren: sluopklɛiər (Tongeren) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] || slaapgewaad (meer algemeen, zonder specificatie) III-1-3
nachtlampje nachtlampje: nāxleͅmpkə (Tongeren), nāxlɛmkə (Tongeren) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
nachtmis nachtmis: naachmès (Tongeren) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtzwaluw nachtzwalmer: naxzwoͅilmər (Tongeren) nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1