25351 |
naasten |
op de poot schatten:
ǫptǝ šatǝ (Q162p Tongeren)
|
Als bij controle blijkt dat het gewicht van het te slachten dier niet juist, d.w.z. te laag door de eigenaar is opgegeven bij de belastingdienst, mogen de kommiezen de waarde van het overwicht zelf houden. Volgens de informant van L 321 hangt dit naasten van de te lage prijs af en niet van het gewicht. [N 28, 3]
II-1
|
23725 |
nabidden |
antwoorden:
antwòidde (Q162p Tongeren),
nabeden:
nuòbêeje (Q162p Tongeren)
|
Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
natərgōͅl (Q162p Tongeren),
nàtërgôol (Q162p Tongeren),
nâchtegōāl (Q162p Tongeren)
|
nachtegaal [Willems (1885)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18609 |
nachthemd |
nachthemd:
nāxhīmə (Q162p Tongeren),
nàachhïmmë (Q162p Tongeren),
nachtkiel:
nàachkīēl (Q162p Tongeren),
slaaphemd:
sluoͅphi.mə (Q162p Tongeren),
slaapkleed:
Jonger.
sluoͅpkleͅi.t (Q162p Tongeren)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
nachtjacque (<ofr.):
nàachzjàk (Q162p Tongeren),
nachtkleed:
nāxkleͅit (Q162p Tongeren),
slaapjacque (<ofr.):
sluoͅpžak (Q162p Tongeren),
slaapkiel:
vgl. sluòpgewàand, sluòpklèid (z. ald.).
sluòpkīēl (Q162p Tongeren),
slaapkleed:
sluopklɛit (Q162p Tongeren),
vgl. sluòpgewàand, sluòpkiel (z. ald.).
sluòpklèid (Q162p Tongeren)
|
kort nachtkleedje || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] || slaapkiel (meestal voor mannen) || slaapkleed (meestal voor vrouwen)
III-1-3
|
19796 |
nachtkastje |
nachttafeltje:
nàachtùffëlkë (Q162p Tongeren)
|
nachttafeltje
III-2-1
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
nā.xkleͅiəR (Q162p Tongeren),
nāxkleͅjər (Q162p Tongeren),
slaapgewaad:
vgl. sluòpkiel, sluòpklèid (z. ald.).
sluòpgëwàand (Q162p Tongeren),
slaapkleren:
sluopklɛiər (Q162p Tongeren)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] || slaapgewaad (meer algemeen, zonder specificatie)
III-1-3
|
19607 |
nachtlampje |
nachtlampje:
nāxleͅmpkə (Q162p Tongeren),
nāxlɛmkə (Q162p Tongeren)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23772 |
nachtmis |
nachtmis:
naachmès (Q162p Tongeren)
|
De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24214 |
nachtzwaluw |
nachtzwalmer:
naxzwoͅilmər (Q162p Tongeren)
|
nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|