e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offerblok offerblok: òfferblòk (Tongeren) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offergang: den òffergánk (Tongeren) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: et òffergeld (Tongeren) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben lidkaart: lidkaart (Tongeren) Hoe heet verder in Uw dialect: de officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben? [N 93 (1983)] III-3-2
ogenblikje, korte tijd, eventjes even: dim.: êffëkës  êffë (Tongeren), hort: hòt (Tongeren), minuutje: ps. deels bij benadering omgespeld volgens Frings.  eͅi.} məny(3)̄.tšə (Tongeren), ps. omgespeld volgens Frings.  eͅi(n) mənytš(ən) (Tongeren), moment: mv.: -ë (z.o.o. mómmênt)  mëmênt (Tongeren) een ogenblikje [ZND 04 (1924)] || ogenblik, korte tijd III-4-4
okkernoot dikke noot: -  dikke neujt (Tongeren) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal noksaal: e schon noksaal (Tongeren), oksaal: òksaol (Tongeren) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel assel: klein kringetje boven de a  asələ (Tongeren), oksel: de oͅksels (Tongeren), AN.  oͅksələ (Tongeren), meervoud  d oksele (Tongeren) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
oleander (merium oleander) oleander: [Merium oleander]  òllëjandër (Tongeren) oleander III-2-1
olie raapsmout: ròpsmàat (Tongeren) smout III-2-3